Grijp de lezer met informeel taalgebruik

Grijp de lezer met informeel taalgebruik

 

 

Als specialist in top! communicatie weten wij hoe belangrijk is dat u uw lezer direct aanspreekt. Want als de lezer wordt ‘gegrepen’ door uw tekst zal hij meer willen weten en dus verder lezen. Maar hoe doet u dat? Wij delen graag onze kennis met u …

Het is belangrijk de lezer direct aan te spreken. Onderzoek toont aan dat informeel taalgebruik daarbij het beste werkt. Wij geven u graag enkele tips die wij in de praktijk hebben uitgetest.

6 tips voor informeel taalgebruik

  1. Voer een gesprek met uw lezer. Maak uw tekst alsof u tegen de lezer praat. Dat betekent dat u hem of haar direct aanspreekt. Dat kan met ‘u’ maar als dat in uw bedrijf gebruikelijk is natuurlijk ook met ‘je’ of ‘jij’.
  2. Gebruik uw eigen ‘taal’. Niet ieder bedrijf is hetzelfde en dus is ook niet iedere spreektaal hetzelfde. De taal van een notariskantoor is nu eenmaal anders dan de spreektaal van een bakkerij. Kortom, iedere branche heeft zijn eigen spreektaal. Houd daar rekening mee bij het schrijven. Zo worden uw teksten een verlengde van uw bedrijf.
  3. Gebruik geen jargon. Voorkom dat u in uw teksten jargon gebruikt. Dat geldt zowel voor de bakker als voor de notaris. Maar als professional is het lastig om te zien of u jargon gebruikt, het is immers uw ‘eigen’ taal. Daarom is onze tip om uw teksten altijd even te laten lezen door een ‘leek’. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld een familielid of uw jongste bediende.
  4. Wees helder en concreet. U wilt dat de lezer uw teksten direct begrijpt. Daarom is het belangrijk om in uw teksten helder en concreet te zijn. Noem de dingen die u wilt zeggen bij de naam.
  5. Gebruik geen hulpwerkwoorden. Het gebruik van hulpwerkwoorden als ‘zullen’, ‘gaan’, ‘kunnen’ en ‘worden’ maken een tekst wollig. Gebruik deze hulpwerkwoorden dus zo min mogelijk.
  6. Wees consequent met ‘u’ en ‘jij’. Informeel taalgebruik betekent niet dat u ‘je’en ‘jij’moet gebruiken. Denk goed na over de manier waarop u de lezer wilt aanspreken en wees consequent als u eenmaal heeft gekozen. Gebruik ‘u’ en ‘jij’ dus niet door elkaar.

Spreek met informeel taalgebruik de lezer op een directe manier aan; zo zal hij (zij) het snelst door de tekst gegrepen worden.

Related posts